Interview in de schoolkrant

Sjoerd de Vos (6e klas VWO) / Paul Koster - 13 mei 2012

Leraar met schrijfambitie

Godsdienstleraar Paul Koster publiceert wederom een geschreven werk van eigen hand.

De meeste leerlingen op het Molenhuispad (maar ook op de andere locaties van het CLD) zullen meneer Koster kennen als de docent die lessen godsdienst en Nederlands geeft. Maar naast deze bezigheden is meneer Koster ook actief als schrijver. Inmiddels heeft Koster zijn derde boek, Wolwevers en Steenhouwers, gepubliceerd. CL2Day sprak met hem over zijn nieuwe boek, zijn eerdere werken en over zijn ambities als schrijver.

Zijn nieuwe werk

Koster begint het interview door een kleine samenvatting van zijn nieuwe boek te geven: ‘Wolwevers en Steenhouwers gaat over een jongen die Matthijs heet,’ zegt Koster. ‘Op een dag vindt hij een oud dagboek op zolder. De inhoud van het dagboek heb ik zelf verzonnen, het is dus een fictief dagboek. Het dagboek is geschreven in 1972 door een jongen die toen in de vijfde klas van het atheneum zat. Wanneer Matthijs het boek vindt speelt het verhaal zich inmiddels af in 2008. Het boek kent diverse sprongen in de tijd omdat het dagboek in een ander tijdperk is geschreven.’

De betekenis van de titel zal vast niet bij iedereen bekend zijn. Daarom legt Koster de titel uit: ’In de middeleeuwen had je mensen die wolwever of steenhouwer waren van beroep. In Den Haag is een wijk waar de straten allemaal genoemd zijn naar middeleeuwse beroepen. Deze straatnamen eindigen allemaal op ‘gaarde’. Waar deze titel voor staat zul je te weten komen wanneer je het boek leest.’

Matthijs, de hoofdpersoon van het verhaal, lijkt volgens Koster veel op hemzelf. ‘Veel karaktereigenschappen van Matthijs heb ik ook, maar ik heb ook een aantal dingen aan hem veranderd’, zo vertelt Koster. Matthijs is een jongen die een beetje op de achtergrond leeft. Hij valt niet op in de klas. Maar er zijn wel karakterverschillen, zo vindt Koster. Een belangrijk verschil tussen hemzelf en Matthijs is dat Koster zijn romanfiguur dingen laat doen die hijzelf normaal gesproken nooit zou doen. Verder verschillen zij ook wat betreft hun opvattingen over het christelijk geloof.

Het dagboek dat door Matthijs gevonden wordt speelt een belangrijke rol in het boek. ‘Door middel van dit boek wil ik mijn liefde voor het dagboek-schrijven aan de lezer overdragen’, zegt Koster. Op de vraag waarom leerlingen, ouders en docenten zijn nieuwe boek zouden moeten lezen reageert Koster als volgt: ’Als schrijver zet je iets op papier en daar wil je waardering voor. Maar de echte doorbraak moet nog komen – en die hoop heb ik nog steeds. Helaas heb ik tot op heden nog geen uitgever gevonden die mijn boeken wil uitgeven; daarom geef ik ze in eigen beheer uit’.

 

 

Jeffrey Oostgaarde

Wolwevers en Steenhouwers is niet het eerste boek dat Koster geschreven heeft. Al eerder   zijn er twee andere door hem geschreven boeken verschenen:

  • De zoon van de dominee
  • De beproevingen van Jeffrey Oostgaarde

Dit laatste boek is in de mediatheek van onze school te vinden onder ‘Jeugdliteratuur’.

 

Koster vindt dat zijn nieuwste werk zijn eerdere werken overtreft. ‘Een schrijver vindt het laatste boek dat hij geschreven heeft altijd het beste. Wanneer een auteur zijn vorige werk doorleest denkt hij vaak: dit ga ik volgende keer anders, beter doen’, vertelt Koster.

De hoofdpersonen van zijn tweede en derde boek, Jeffrey en Matthijs, zijn volgens Koster dezelfde personages. Ze wroeten allebei in het verleden, ze bewaren dingen en daar doen deze jongens veel moeite voor. Een overeenkomst tussen beide boeken is dat zij een nostalgische tint hebben.

De schrijver Koster

In het dagelijks leven is Koster docent godsdienst op het Molenhuispad. Na zijn middelbare schooltijd heeft meneer Koster Nederlands gestudeerd. Tijdens die studie leerde hij iemand kennen die ook boeken schreef. Die persoon heeft de aanzet gegeven om ook boeken te gaan schrijven. ‘Als hij het kan, kan ik het ook’, dacht Koster.

Zijn eigen leven en zijn hang naar het verleden spelen een belangrijke rol in zijn boeken. Koster vindt zichzelf een sterk autobiografische schrijver. Dat herken je vooral in Matthijs, de hoofdpersoon in ‘Wolwevers’. Gerard Reve, Kees van Beijnum en vooral Jan Siebelink zijn de voorbeelden van Koster. Met de laatste van deze drie schrijvers heeft Koster ook persoonlijk contact.

Koster gaf eerder in het interview aan door te willen breken als schrijver, maar dat is niet eenvoudig, zo vertelt hij. ‘Je moet de juiste contacten hebben. En je moet natuurlijk beschikken over veel discipline en doorzettingsvermogen. Eigenlijk moet je gewoon een keer het geluk hebben dat je ‘ontdekt’ wordt’. Met zijn recente boek Wolwevers en Steenhouwers en/of zijn vierde boek, waarmee hij inmiddels is begonnen, hoopt Koster ooit door te breken als schrijver.